Kromme Jongens – de musical

Bloemkool
"We eten ons eten, dankzij de teelt van het eten dat anderen eten. Vergeet dat niet jongen. Vergeet dat nooit!"

"Nee pa…  (binnensmonds) Ook al hou ik niet van bloemkool."

Uit: Kromme Jongens, de musical (Dario Fo, ondernemers in de kunst, 2006)

In 2005 werd ik gevraagd voor het script van een musical op basis van liedjes van de Westlandse band: De Kromme Jongens. Deze band werd in 1988 opgericht door Peter Kruithof, Gert Kögeler, en Rob van der Meij. De band bestond zo’n negen jaar. Ze zongen in het Westlands over Westlandse onderwerpen: voornamelijk het wel en wee van het tuindersleven. Ze hadden hits als: Oe auw kassebouw, Een hete nacht in een kouwe koelcel en Slaap zacht ouwe tuinder. De muziekstijl varieerde van Het Goede Doel tot Normaal. Een top band dus, en mateloos populair in het Westland.

Dat bleven ze, ook de jaren nadat ze gestopt waren. Een nieuwe generatie Westlanders maakte kennis met hun muziek zonder ze ooit live gezien te hebben. Maar een reünie zat er niet in. Vandaar dat het idee ontstond voor een musical, uit te voeren in een grote Westlandse hal met rockband en symfonieorkest voor steeds een dikke 700 man publiek — een beetje grootheidswaan kan men in het Westland niet ontzegd worden. En met de musical Mama Mia was het toch ook gelukt, dus waarom niet?

Dus luisterde ik eindeloos en met veel plezier hun 3 cd’s af en koos de liedjes die een verhaal zouden kunnen sturen en dragen: er moest een tuinder dood, er moest een verkering uitgemaakt, er moest een kas gebouwd etc etc. Ik schreef een klassiek coming-of-age-verhaal, waarin de zoon van een armlastige tuinder na diens dood het bedrijf, ondanks de dreiging van acute teloorgang, draaiende weet te houden, dankzij de hulp van zijn trouwe vriendenclub.

Kromme Jongens de musical, het verhaal

Het verhaal speelt grofweg eind jaren ’80, toen tuinders het zwaar kregen met een zich richting Westland uitbreidend Den Haag dat steeds meer kassen opslokte, of niet mee konden gaan in de noodzakelijke schaalvergroting en de nieuwe vaste contractvormen met afnemers, waarbij ze zich voortaan op één gewas moesten focussen.

Een oude tuinder sterft, zijn zoon, die er altijd de kantjes van afliep, moet het warenhuis zelf draaiende zien te houden – dan blijkt dat zijn vader een weddenschap had afgesloten, met als onderpand de tuin. Zal hij die weddenschap weten te winnen? En dan is er ook nog de liefde van de stille knecht voor het stadsmeisje. Een musical, bovenal, over de tuinderij in de jaren ’80.

"Ik zet er gewoon weer sla in, ja. Zo heb ik het altijd gedaan en zo blijf ik het doen ook, tot ik d'r bij neerval."

"Je ken beter investeren in een nieuwe kas als in bollen en planten, anders flikker je nog een keer om van de kopzorgen!"

"Ah, maar dat is toch de tuinderij: kopzorgen?!"

(Binnen de musical de introductie van: Het leed der tuinders)
Het leed der tuinders

De productie

Dario Fo nam dat grootheidswaan-risico, en het pakte goed uit: 37 voorstellingen en ruim 26.000 man publiek. Mijn grootste ‘hit’, al weet niemand daarvan buiten het Westland. Zelfs nu nog, als ik ergens Westlanders tegenkom, waar dan ook, en vertel dat ik het script van Kromme Jongens de Musical heb geschreven, reageren ze blij verrast en beginnen hun ogen te glinsteren.

Kromme Jongens – de musical: voor de pauze
Kromme Jongens – de musical: na de pauze

Meer Westlandse producties

Na Kromme Jongens – de musical volgden nog meer Westlandse producties op mijn tekst. Voor het operalint in de Heenweg schreef ik op muziek van Bob Zimmerman de opera De Kus van de Pontamoer die gesitueerd was in de 19e eeuw.

Daarna de avondvullende corporate opera: Vlammen – over de geschiedenis én de toekomst van het klimaatbeheersingsbedrijf Priva, uit De Lier. Een megalomane opera, waarin een belangrijke rol voor de vier elementen uit de tuinbouw (vuur, aarde, lucht en water) was weggelegd en een volledig filharmonisch orkest, solisten en meer dan 100 koorzangers het tot een grootse productie maakte.

En als laatste schreef ik nog de musical Afstallen, naar de gelijknamige eenakter, waarin bejaarde Westlanders over vroeger vertelden. Rond de anekdotes uit dat theaterstuk bedacht ik een verhaal waarin twee jeugdliefdes (die niet met elkaar mochten trouwen) elkaar in het bejaardenhuis weer tegenkomen en uiteindelijk de liefde hervinden.

Scène uit De Kus van de Pontamoer
Water-aria en slotkoor uit Vlammen
Slot van de musical Afstallen

Lezing met voordracht

Benieuwd hoe ik te werk ging en wat ik schreef? Ik kom graag voor publiek vertellen over mijn ‘Westlandse tijd’ en hoe ik tot de verhalen en teksten ben gekomen. Daarbij draag ik ook stukken voor. Kortom: een onderhoudend programma van 30 minuten lang tot avondvullend aan toe. Westland bekeken door de ogen van een buitenstaander. Met de mogelijkheid tot het stellen van vragen. Zie ik je? Als het al niet in het Westland zelf is, neem ik je mee.

Interesse? Neem vrijblijvend contact met me op.

Expositie: #smartphoneart @deutrechter

In 2023 hangt mijn kunst het hele jaar in Stadsbrasserie de Utrechter, Vredenburg 40, recht tegenover TivoliVredenburg. Lees er hier meer over.

Smartphoneart expositie in de Utrechter

Geef een reactie